De website van Arie Tromp

  • Het laatst gehouden te: Ouderkerk aan den IJssel
  • op: 20 mei 2018
Handelingen 2 : 11 Vreemde talen

Handelingen 2 : 11


Wil je eerst het gedeelte uit de bijbel lezen?   

Vreemde talen

Gemeente des Heren,

De mens is een talig wezen, zeggen de filosofen, de diepe denkers over alles. Wij mensen zijn in veel opzichten uniek in Gods schepping, maar ook daarin dat wij klanken uitspreken en horen, die een betekenis hebben. De klank ‘tafel’ doet ons aan een voorwerp in de kamer denken, zelfs als we niet in onze kamer zitten maar in de kerk. We kunnen ons het voorwerp voorstellen in onze gedachten. De klank ‘feest’ doet ons aan een blijde gebeurtenis denken. De klank ‘olifant’ doet ons aan een groot dier denken. Via de taal kunnen we elkaar veel duidelijk maken, veel met elkaar delen. Juist moderne filosofen – we spreken zelfs van taalfilosofen - beweren, dat vooral de taal ons tot mensen maakt en dat de manier waarop we tegen de wereld aankijken en met elkaar omgaan, alles met onze taal te maken heeft. We denken in onze moedertaal. We communiceren in onze moedertaal.

Nu is op het Pinksterfeest de Heilige Geest uitgestort. Waarom? Wat is zijn taak op aarde? Hij moet na het leven, de dood, de opstanding en de hemelvaart van de Here Jezus ervoor zorgen, dat mensen persoonlijk in het evangelie van de Here Jezus gaan geloven en ze dat geloof met elkaar delen in de christelijke gemeentes. Hij moet de grote communicator zijn. Hij moet de vertaalslag maken tussen de boodschap over de Here Jezus en ons hart, ons leven.

Daarom is het te begrijpen dat na de wind en de vlammen van vuur het derde wonder van Pinksteren is, dat mensen op een bijzonder manier talen spreken en talen horen.

Wij allen horen hen in onze eigen taal spreken over Gods grote daden. Een taal bestaat uit woorden. Daarom gaan we onze tekst ook maar gewoon woord voor woord overdenken.

Wij allen horen hen. Wij. Wie zijn dat? De pelgrims, die op de feestdagen in Jeruzalem zijn. Ze komen uit alle windstreken. Lucas, de schrijver van het boek Handelingen, laat ze zelf zeggen, waar ze allemaal vandaan komen. Het is een hele waslijst van volken. Parten, Meden, Elamieten. Enzovoort. Als je het leest struikelt je tong er bijna over. Als je het hoort val je er bijna bij in slaap. Maar het maakt wel duidelijk hoe internationaal het gezelschap is. Het zijn vooral joden, die in de diaspora, de verstrooiing wonen. Ze zijn misschien wel in het verre vreemde land geboren en hebben hun land van herkomst nog nooit gezien, zoals bij ons de nieuwe generatie Zuid-Molukkers, Turken, en Marokkanen. Ze zijn ergens anders helemaal ingeburgerd. Maar tegelijk voelen ze zich nog jood. Daarom is zo’n pelgrimstocht naar Jeruzalem een hoogtepunt in hun leven.

Naast hen zijn er ook proselieten. Mensen van niet-joodse afkomst, die tot het joodse geloof waren overgegaan en de God van Israël dienen. Misschien hadden de meeste feestgangers het wel verstaan als de discipelen Aramees hadden gesproken, toen de taal van de joden, maar ze spreken de talen van de landen waar de pelgrims vandaan komen. Want de net uitgestorte Heilige Geest gaat er juist voor zorgen dat de boodschap van Gods verlossing door de Here Jezus overal klinkt. Tot in de verste uithoeken van de aarde. Dat ieder voor de Heer zich buigt en elke tong zijn lof betuigt.

De muur tussen jood en heiden wordt afgebroken. De muren tussen de volken worden afgebroken. De Geest gaat maken dat heel die bonte wereld het heil van Jezus ontvangt. God giet zijn Geest aan het einde der tijden uit over alle mensen.

En zo breekt Hij ook nu allerlei muren af. Muren die verhinderen dat mensen elkaar zien en ontmoeten. Muren van onbegrip en vijandschap. De Geest is immers de Geest van Christus, de brenger van verzoening, vrede, liefde. Pinksteren is het omgekeerde wonder van de Babylonische spraakverwarring. Toen gingen de volken uit elkaar. Door hoogmoed, machtslust, zoeken van valse zekerheid. Nu gaan ze elkaar weer vinden. Maar door de Geest en bij Christus. Weg de muren tussen Parten, Meden, Elamieten. En, wat een hoopvol vooruitzicht, weg de muren tussen Amerikanen, Russen en Chinezen. De muren tussen blank, zwart en bruin. De muren tussen protestanten en katholieken. De muren tussen knappe en domme, vrolijke en sombere, stille en luidruchtige, arme en rijke mensen. Weg de muren ook tussen de seksen. Jullie zonen en dochters zullen profeteren. De muren tussen de generaties. Jongeren zullen visioenen zien en oude mensen droomgezicht. De muren tussen de standen. Over al mijn dienaren en dienaressen zal Ik mijn Geest uitgieten. Als de Geest gaat waaien, waait Hij heel ver en waait Hij ook veel òmver. Hij zorgt ervoor, dat mensen, die zo voor het oog weinig met elkaar gemeen hebben, toch samen 'wij' zeggen, zoals in onze tekst. Samen hetzelfde horen en uitspreken. Letterlijk saamhorig en eenstemmig zijn. En wereldwijd één gemeente vormen, uit alle volken en talen. De Geest steekt de meest verschillende koppen bij elkaar. Hij bedrijft zending èn oecumene.

In elke gemeente. Ook hier. We zijn allemaal verschillend. Met een verschillende afkomst, opvoeding, opleiding, opvattingen, karaktertrekken. En toch beseffen we dat we bij elkaar horen. Toch zeggen we ‘wij’ als het goed is. Omdat we door de Geest samen bij Jezus horen.

Wat begon met in onze eigen taal samen over Jezus horen. En dan zijn we weer helemaal bij onze tekst: wij horen hen in onze eigen taal spreken. Horen en spreken staan centraal op het Pinksterfeest. Deze werkwoorden hoor je voortdurend. De discipelen worden allen vervuld van de Heilige Geest en beginnen op luide toon te spréken in vreemde talen. De menigte raakt geheel in verwarring omdat ieder de apostelen en de andere leerlingen in zijn eigen taal hóórde spréken. Buiten zichzelf van verbazing zeggen ze: Het zijn toch allemaal Galileeërs die daar spréken? Hoe kan het dan dat wij hen allemaal in onze eigen moedertaal hóren? Wij hóren hen in onze eigen taal spréken over Gods grote daden.

De Geest is uitgestort om er voor te zorgen dat het evangelie van de Here Jezus wordt gesproken en gehoord. Zo wekt Hij geloof, hoop en liefde. Zo betrekt Hij ons, zondige en verloren mensen, bij de vergeving en het behoud door de Here Jezus. Daarom is de kerkdienst belangrijk en is in die dienst de preek belangrijk. Dan hóren we over Gods grote daden spréken.

De kerkdienst en de preek worden in deze tijd niet hoog gewaardeerd. Men zegt vaak: het zit hem niet in de kerkgang. Je kunt ook wel zonder geloven. En als het over de kerkdienst gaat, krijgt de preek de meeste kritiek. Die duurt lang, is moeilijk, is droog, levensvreemd. Bijzondere diensten met wat meer dan een preek zijn populairder dan gewone. Ik ben dominee. U mag gerust denken: die man praat in zijn eigen straatje. En ik beweer ook niet dat kritiek op de preken nooit terecht is. Ik zeg ook niet dat alleen in zondagse preken het evangelie is te horen. Toch, Gods Geest komt niet in ons hart zonder dat we Gods Woord hóren spréken. Dáár geeft Hij onweerstaanbare overtuigingskracht aan, zodat we erdoor veranderd, bekeerd worden, er in gaan geloven, het gaan gehoorzamen, er vervuld van raken.

Ook deze mensen, die we ‘wij’ horen zeggen, bezoeken niet als toeristen Jeruzalem en de tempel, maar als pelgrims. Met de bedoeling dat ze iets van God hóren spréken en zo iets van Hem beleven.

Zeker, een boodschap over God zonder de Geest doet niks, is letterknechterij. Maar de Geest zonder zo’n boodschap is geestdrijverij. Here, maak mij uwe wegen door uw Woord en Geest bekend. Here, maak mij daarom maar eenvoudig gehoorzaam aan de geëigende weg, vroeger zei men, de middellijke weg, door trouw naar uw Woord te komen luisteren. En wil dat dan zegenen door uw heilige Geest. Geef, dat ik dan uw Woord zo mag hóren spréken, dat uw Geest daar sterk bij werkt, en mijn leven reddend omzet. Herkennen we dit? Is het wel eens gebeurd, dat we onder dit horen spreken 'de Geest kregen', geraakt werden, stil gezet, ons leven een andere wending nam, de last van zonden en zorgen van ons afviel, en we ervoeren, dat Gods liefde in ons stroomde?

Wij allen horen hèn spreken. Wíe spreken er? De discipelen van de Here Jezus, die van de Heilige Geest vervuld worden. Dat zijn vissers. Geen geletterde mensen, die op de school of de universiteit vreemde talen hebben geleerd. Ook geen mensen, die gewend zijn in het openbaar te spreken. Bovendien komen ze uit Galilea, de provincie, die maatschappelijk en godsdienstig is achtergebleven. Met een eenvoudige bevolking van boeren en vissers, half joods, half heidens. Er is dan ook grote verbazing. Het zijn toch allemaal Galileeërs die daar spreken? Hoe kan het dan dat wij hen allemaal in onze eigen moedertaal horen? De Geest gebruikt dus ook eenvoudige mensen. En Hij stelt hen tot verbazingwekkende dingen in staat. Hij schenkt hun bijzondere gaven. De Geest gebruikt bij voorkeur eenvoudige mensen, die niets uit zichzelf hebben. Hoe waren jullie, toen jullie geroepen werden, broeders en zusters? Schrijft Paulus aan de Korinthiërs. Onder u waren er niet veel die naar menselijke maatstaf wijs waren, niet veel die machtig waren, niet veel die van voorname afkomst waren. Maar wat in de ogen van de wereld dwaas is, heeft God uitgekozen om de wijzen te beschamen; wat in de ogen van de wereld zwak is, heeft God uitgekozen om de sterken te beschamen; wat in de wereld onbeduidend is en wordt veracht, wat niets is, heeft God uitgekozen om wat wél iets is, te niet te doen. God keert de rollen om. Ook nu. We kunnen dank zij de Heilige Geest ons zelf overtreffen. We kunnen gaven tonen, die we zelf niet in huis hebben, maar die door het geloof in ons gegroeid zijn. De gave om moedig over Gods grote daden te vertellen en voor ons geloof uit te komen. Zoals de discipelen. Herkennen we dit? Zien we soms met verbazing wat voor fantastische dingen heel eenvoudige mensen doen, geïnspireerd door hun geloof, gedreven door de Geest? Herkennen we dit ook bij ons zelf? We zijn eigenlijk wat lui van aard, maar door de Geest gedreven zetten we ons heel actief in voor het goede doel in kerk en maatschappij. We zijn eigenlijk wat egoïstisch, maar door de Geest gedreven brengen we offers voor de naaste in zijn nood. We hebben een minderwaardigheidsgevoel, maar door de kracht van de Geest doen we dingen voor God, die we nooit van ons zelf verwacht hebben. We zijn eigenlijk verlegen en bang uitgevallen, maar door een wonderlijke vrijmoedigheid, die de Geest geeft, spreken we soms heel spontaan over de liefde van God, omdat ons hart er vol van is. Kennen we deze verbazing over anderen en ons zelf? Over dingen, waaruit blijkt, dat er meer dan menselijke krachten in het spel zijn, Gods Geest er bij te pas moet zijn gekomen? Nee, dan gaat het niet om mènsen en hun eer. Maar dan gaat het om Gòds eer. Dat blijkt ook als we onze tekst verder volgen.

Wij horen hen wáárover spreken? Over Gods grote daden. De magnalia Dei, staat in de Latijnse bijbel. En dat werd een min of meer bekende uitdrukking. De titel van een theologisch boek, de naam van een kerkgebouw en van christelijke koren. Het is een heel ruim begrip. De grote dingen van God. Alles wat van God is. Zijn grote plan met de wereld, zijn wil, zijn leiding, zijn woorden, én zijn daden. En het is allemaal mega, groot.

De Geest stelt niet zichzelf op de voorgrond. Hij stelt ook geen mensen op de voorgrond, geen bijzonder gelovige mensen, geen mensen met bijzondere geestelijke gaven, geen mensen met bijzondere geestelijke ervaringen, bevinding. De Geest laat het volle licht vallen op de grote dingen van Gód.

En dat zijn vooral de dingen, die God in Christus deed. Want die zijn het àllergróótst. Als Petrus straks, gedreven door de Heilige Geest, op het Pinksterfeest zijn toespraak tot de joden en de pelgrims houdt, heeft hij het niet over die Geest, ook niet over zichzelf en de andere discipelen, maar over de Here Jezus, over de grote daden, wonderen en tekenen, die God door zijn toedoen onder hen heeft verricht, over zijn kruisiging en opstanding, en over het feit, dat God deze Jezus als Redder heeft aangesteld.

Mensen die gemakkelijk hun oordeel over een preek klaar hebben, zouden van de pinksterpreek van Petrus niet veel heel laten. Die is zo weinig gééstelijk, zo onpersoonlijk. In de linkerhoek van de kerk zou men zeggen: het gaat te weinig over de mèns, de moderne mens met zijn actuele vragen en problemen. In de rechterhoek zou men zeggen: het gaat te weinig over de mèns, over hoe die tot bekering en geloof komt en wat die geestelijk allemaal beleeft. Maar het gaat de Heilige Geest ook niet om mensen, maar om Gòd. Het gaat de Heilige Geest niet om een christenen, maar om Christùs. Want Hij is uitgegaan van de Vader en de Zoon om die te groot te maken. Om ervoor te zorgen, dat we op aarde van Gods grote daden horen spreken. Dat Gòd bekend wordt in de grootheid van zijn rechtvaardigheid en barmhartigheid, in de grootheid van zijn oordeel en genade, in de grootheid van zijn toorn en liefde. In Christus. Waar de Heilige Geest werkt, worden geen mooie verhaaltjes gepreekt, geen leuke anekdotes, geen diepzinnige politieke en ethische verhandelingen, geen ontroerende bekeringsgeschiedenissen en sterfbedgetuigenissen, maar daar worden Gods grote daden verkondigd en hebben al die andere zaken hóógstens een bescheiden plaatsje om die grote daden te onderstrepen en te illustreren.

Herkennen we dit? Spreekt het ons aan, als er gewoon zonder omwegen een goed woord van God en de Here Jezus wordt gezegd? Heeft zo'n preek voor ons de meeste kracht? Voelen we daar de werking van de Heilige Geest achter? Worden we daardoor het meest bemoedigd en getroost, van alle zorgen en zonden bevrijd?

Ik vergelijk de preek wel eens met een schilderij, waarin Gods grote daden worden uitgebeeld. Om aandacht te trekken wordt er ook een mooi lijstje om dat schilderij gemaakt. Een verhaaltje. Achtergrondinformatie. Uitleg. Maar als je dan de commentaren op preken hoort en wat men ervan heeft onthouden, denk ik vaak: het lijstje heeft meer indruk gemaakt dan het schilderij zelf. Hoe komt dat? Ligt het aan de spreker, aan de luisteraars? En heus, als het ons dank zij de Heilige Geest werkelijk om Gods grote daden gaat, zorgt diezelfde Geest er ook wel voor, dat het niet bij eeuwenoude feiten blijft, ver van ons bed, maar we echt diep in ons hart aangesproken worden in onze eigen taal. Dat is het volgende deel van de tekst. Wij horen hen in onze eigen taal spreken over Gods grote daden. Het is een geweldig wonder, dat al deze pelgrims, Parten, Meden, Elamieten, die eenvoudige discipelen in hun eigen taal horen spreken. Het is natuurlijk het bewijs, dat de Heilige Geest is uitgestort om ervoor te zorgen, dat het evangelie van de Here Jezus in alle talen, dus overal gaat klinken. Wereldwijd.

Maar het wil nog meer zeggen. Onze moedertaal begrijpen we echt, spreekt ons aan. Met onze moedertaal kunnen we de diepste dingen zeggen en bij anderen de gevoeligste snaren van het hart raken. Zo laat de Heilige Geest in onze eigen moedertaal tot ons spreken. Niet alleen letterlijk, zodat we het verstaan, maar ook figuurlijk. Het raakt ons, pakt ons. We voelen ons erkend en begrepen.

We zeggen wel eens van het geloof: de Geest moet het doen. De Geest moet het geven. Dat is ook zo. Het is aan de ene kant voor predikanten natuurlijk geen vrijbrief om zelf niet hun best te doen op de preek. Om niet de eigen taal van de gemeente te spreken maar abstracte, geleerde, ouderwetse, dogmatische taal. Aan de andere kant bevrijdt het hen van een soort geforceerde dwang om vooral populair te preken. Als arbeiders op de werkvloer over hun directeur zeggen: die man spreekt onze taal, betekent het, dat hij geen geleerde technische termen bij hen gebruikt, maar evenmin dat hij precies spreekt zoals ze het onder elkaar doen. Dan bedoelen ze: aan die man merk je, dat hij ons goed begrijpt.

Zo kunnen we dank zij de Heilige Geest door Gods Woord echt worden aangesproken. De boodschap daalt helemaal naar ons neer, komt in de taal van ons alledaagse leven, in de taal van ons hart. Het sluit aan op onze teleurstellingen en verdrietigheden, onze fouten en gebreken, onze diepe vragen en angsten, onze hoop en verwachtingen, ons geluk en onze blijdschap. Het klikt. Soms wordt het ook gezegd: dominee, het was of u alleen voor mij preekte, of u wist wat er deze week met mij is gebeurd of in ons gezin is voorgevallen. U raakte een teer punt in mijn leven. U gaf me precies het antwoord op een vraag waar ik mee zat. Ik had die bemoediging nu net nodig. Herkennen we dit? Zo gaat, nee niet een predikant, maar God door zijn Heilige Geest onze eigen taal spreken, waardoor Hij ons hart bekerend en reddend binnenkomt. Ons hart, maar ook ons gezin, ons werk, onze maatschappij en cultuur. En daar kunnen we ons alleen maar enorm over verbazen.

Want nu we onze tekst woord voor woord hebben bekeken, staan we er tenslotte nog bij stil, hóe de discipelen die woorden uitspreken. Want de toon en klank van woorden is ook belangrijk. Ik herinner me hoe jaren geleden veel mensen woedend waren omdat de gebeurtenissen op Prinsjesdag, die toch warme nationale gevoelens wekken, door de t.v.-verslaggever op een onverschillige, soms zelfs wat spottende toon van commentaar werden voorzien. Toon en klank spreken ook.

Onze tekst spreken de pelgrims vol verwarring uit. Buiten zichzelf van verbazing. Verbijsterd. Van hun stuk gebracht. Wat heeft dit te betekenen? De Heilige Geest maakt het evangelie van de Here Jezus bij ons tot iets verrassends, schokkends. Iets dat ons uit ons gewone doen haalt. Wanneer dat niet meer zo is, maar het gewoonte, sleur is, we het allemaal wel weten, niks nieuws meer horen, niet zo geïnteresseerd zijn, dan is de Heilige Geest geweken. Veel mensen zitten met de vraag: is de Heilige Geest bij mij bezig? Wel, dat is zo, wanneer Gods Woord je niet koud laat, maar wanneer je ervan ophoort, wanneer je er met verbazing en verwondering op reageert. Daarmee begint de verandering van je leven. Daarmee begint je geloof. En omdat de Heilige Geest dat teweeg brengt, is dat echt je redding, je eeuwige redding. Eer aan de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.

Amen.

1000 Resterende tekens


Advertentie 1

 

Advertentie 2

Advertentie 3

 

Advertentie 4