Wil je eerst het gedeelte uit de bijbel lezen?
Gemeente des Heren,
Waar zijn wij nou helemaal mee bezig? U kent die tv-reclame misschien nog wel. Mensen zijn druk met van alles tegelijk. Waardoor er nogal wat in het honderd loopt. En ineens klinkt het luid: waar zijn wij nou helemaal mee bezig? Have a break. Have a kitkat.
Soms is het goed even te breken met je activiteiten. Al gaat dat, juist wanneer je gehaast bent, niet vanzelf. Je moet bijna met geweld alle taken, waarmee je tegelijk bezig bent, abrupt afbreken.
En dan kan je van jezelf schrikken. Waar ben ik nou eigenlijk mee bezig? Waardoor is mijn hoofd zo op hol? En gaat mijn kostbare levenstijd voorbij, zonder dat ik bewust leef, maar eerder wordt geleefd?
Stel ik wel de juiste prioriteiten? Houd ik me het eerst bezig met wat het zwaarste weegt? Of verpruts ik mijn tijd met pietluttigheden.
Het is goed om nu en dan afstand te nemen, je leven in alle rust te overzien. En dan keuzes te maken. Blijf ik zo doorgaan? Geeft dat voldoening genoeg? Of gooi ik mijn leven over een andere boeg. Ga ik me met andere dingen bezig houden?
Waar ben ik mee bezig? Uren voor de tv.? Achter de computer? Met mijn iPod in de hand? Have a break. Nee, niet even, breek er eens wat langer mee. En dat kun je ook zonder kitkat.
Misschien hebben we goede voornemens voor het nieuwe jaar. Dit jaar wil ik veel meer bezig zijn met? Vul maar in. Meer bezig met lichamelijke beweging. Ik ga toch meer op mijn gewicht en conditie letten. Meer bezig met mijn naaste. Ik moet wat minder egoïstisch wezen. Meer bezig met mijn studie. Die moet dit jaar echt worden afgerond. Meer bezig met mijn gezin in plaats van met mijn werk. Ik heb mijn vrouw en kinderen verwaarloosd. We hoeven ons voor zulke voornemens niet te schamen. Het spreekwoord luidt wel: de weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens. Maar waarom zou Gods Geest geen goede voornemens gebruiken om onze voeten op de weg naar de hemel te zetten?
En over zulke voornemens gesproken, denk dan ook eens aan waar de jonge Jezus vooral mee bezig was. Wist u niet dat ik bezig moet zijn met de dingen van mijn Vader? Dus van God?
Letterlijk staat in het Grieks: dat ik moet zijn in wat van mijn Vader is? De nieuwe Bijbelvertaling heeft: dat ik in het huis van mijn Vader moet zijn? Dat maakt het concreet. En Jezus was ook in de tempel, het aardse huis van zijn hemelse Vader. Maar het is te weinig. Die dingen van God zijn veel meer dan de stenen, waarvan de tempel is gebouwd. Het zijn zelfs meer geestelijke dan materiële zaken.
Toch is dit ook waar. Jezus wordt in de tempel gevonden. Op die concrete locatie is hij bezig.
Op welke locatie worden wij bezig gevonden in het nieuwe jaar? Thuis? In de fabriek? Op het kantoor? Op school? Maar ook hier in de kérk? Het huis van de christelijke gemeente?
Verplaats je even in Jozef en Maria. Je bent je kind kwijt. Hij kwam niet thuis. En hij wordt al een puber, begint zijn eigen weg door het leven te zoeken. Je raakt ongerust. Waar zou die wezen? Je gaat hem zoeken. Waar? Bij een vriend? In de disco? Op die nieuwe hangplek? Maar toch niet in de kerk!
Verplaats je even in de jonge Jezus. Je bent net zo oud als hij toen of iets ouder. Je bent jong en je wil wat. Je wil vooral wat meer en wat anders. En dan vind je wat je wil. Daardoor vergeet je de tijd helemaal. Je vergeet ook, dat je ouders ongerust kunnen worden. Waar ben je dan bezig? Op de kamer van je vriend naar heftige muziek luisteren? Op een hangplek, misschien al met blikjes bier binnen handbereik? Op een stil donker plekje, je eerste afspraak met een meisje? Toch niet in de kerk!
En het gebeurde na drie dagen, dat ze Hem in de tempel vonden. Bezig met de dingen van zijn Vader.
Misschien wil je wat meer bezig zijn met de dingen van God. Je hebt je voorgenomen om in het nieuwe jaar meer aan je christelijke geloof te doen. Dan moet je toch hier in de kérk wezen, zoals Jezus in de témpel was. Hier zijn we voorál bezig met de dingen van God. Hier bidden we tot Hem. Zingen we tot zijn eer. Luisteren we naar wat Hij tegen ons wil zeggen. Hier geven we onze gaven. Belijden we ons geloof. Beloven we Hem te dienen en te volgen en horen we hoe dat kan. Het kan thuis ook natuurlijk, maar hier vooral. Op zondag en door de week, bij allerlei kerkelijke activiteiten.
Tegen ons, kerkgangers, wordt misschien wel eens gezegd: Ik geloof wel hoor, maar de kerk heb ik er niet voor nodig. Vraag dan eens wat ze van Jezus vinden. Dat is vast positief. Ze zeggen immers dat ze geloven. En vertel dan eens waar Jezus als jongen van twaalf jaar niet was weg te slaan.
Have a break. In de kerk. Zondags. Door de week. Met of zonder pepermunt. Met of zonder koffie. Desnoods met kitkat. Want dat geeft weer een stoot energie om de aandacht erbij te houden.
En het gebeurde na drie dagen, dat ze Hem vonden in de tempel, waar Hij zat te midden van de leraren, terwijl Hij naar hen hoorde en hun vragen stelde. Bezig zijn met de dingen van de Vader in de hemel is dus niet alleen je binnen de vier muren van een gebouw bevinden. Maar ook bezig zijn met de bijbel. Er vragen over stellen. Informatieve vragen. Kritische vragen. Concrete vragen. Hoe leg je dit stukje uit de bijbel uit? Wat betekent het voor mij nu? Wat moet ik dus doen of laten in mijn leven van elke dag? Hoe moet ik mij opstellen en open stellen in de dieptepunten en de hoogtepunten van mijn leven? Zo praten over wat God ons opdraagt en belooft, in zijn wet en evangelie. Nadenken, mediteren, discussiëren, van elkaar leren. Zijn we zó bezig met de dingen van de Vader? Een kerkdienst bijwonen is een belangrijke manier, maar niet de enige. Dat moet je aanvullen met andere manieren. Waarin je tegen elkaar spreekt en naar elkaar luistert. Have a break, tussen alle bedrijven door en wees dan bezig met de dingen van de Vader.
Jozef en Maria hebben het Paasfeest gevierd in Jeruzalem, en de tempeldienst meegemaakt op het grote feest, en daarna gaan ze weer terug, richting Nazareth. Maar Jezus heeft er niet genoeg aan. Hij wil er ook een boom over opzetten. Er over redeneren en discussiëren en zo meer leren, leren van de godsdienstleraren in zijn tijd, leren door uitwisseling van meningen. Zó is Hij er bij betrokken. Hoe zijn wij erbij betrokken?
Is het uurtje kerkdienst hier voor ons ook niet voldoende? We blijven hier misschien niet hangen en napraten als Jezus in de tempel, al kan dat ook, maar praten we er thuis over na bij de koffie? Gaan we naar catechisatie, nemen we deel aan een bijbelkring, een gesprekskring, een gebedskring, noem maar op, om vérder bezig te zijn met de dingen van de Vader? Als we kiezen voor de boeken, die we kopen of uit de bieb meenemen, of voor de programma’s die we op de tv. willen zien en voor de radio willen horen, wordt die keuze dan óók bepaald door ons verlangen om bezig te zijn met ons geloof, met de dingen van onze Vader in de hemel? Omdat we er in willen groeien? Net als Jezus niet alleen naar de volwassenheid toegroeit, lichamelijk groter en sterker wordt, maar vooral groeit in wijsheid en genade, in de hechte band met God in zijn hart?
Nog eens, letterlijk staat er in het Grieks: Wist u niet, dat Ik moet zijn in de dingen van Mijn Vader? Je kan met iets bezig zijn zonder dat je er helemaal in zit. Je schilt de aardappelen, je leest de krant, je werkt in de tuin, maar je gedachten zijn ergens anders. Je doet het automatisch. We zitten in de kerk, we lezen de bijbel of bidden thuis, maar onze gedachten dwalen af. We zitten er niet in. Maar soms ben je met iets bezig en dan zit je er wel helemaal in. Je bent geconcentreerd. Je gaat er helemaal in op. Je leest een spannend boek, je zit er helemaal in. Je houdt een sportwedstrijd, je zit er helemaal in. Met hart en ziel. Zo is Jezus met hart en ziel bezig met de dingen van zijn Vader. Hij zit er helemaal in.
Weet je, wat in deze tijd veel belangstelling heeft? Ondanks de leegloop van kerken? De spiritualiteit. Een moeilijk uit te leggen begrip. Afgeleid van het Latijnse woord voor 'geest'. Het komt neer op een rijk geestelijk leven in je hart. Je gedachten spreken steeds met God. Vroeger had men het over mystiek. Afgeleid van het Griekse woord voor 'geheim.' Denk aan de mystiek van de monniken in het klooster. Het komt neer op een verborgen stille omgang met God in je hart waarbij de strenge regels van het klooster je helpen, de vaste gezangen, gebeden, lezingen, de soberheid, de stilte, haast niets waardoor je kan worden afgeleid. In de latere kerk had met het over bevinding. Het komt erop neer dat je het geloof ook echt ervaart in je hart, in je emoties, je gepeins, je angst en zorg, je vreugde. Nu noemt men het dus spiritualiteit. De mensen zijn het platte materialisme zat. Ze hebben het gevoel dat het hen afleidt van het echte leven. Ze hebben het gevoel dat hun ziel tekort komt, en dat ze gelukkiger zijn als ze meer aandacht aan hun innerlijk besteden. De mensen willen graag geestelijk wat voelen, wat ervaren. Ook al buiten de kerk. Ze willen een vredevolle eenheid met de natuur ervaren, of met hun diepste innerlijk. Hoe vind ik mijzelf? Er zijn zelfs allerlei cursussen voor. Lessen in yoga. Training in mindfulness.
Maar ook in de kerk zie je die tendens. De evangelische beweging is er een voorbeeld van, maar ook buiten die beweging zie je dat mensen spiritualiteit zoeken. Sommige christenen volgen regelmatig een weekend of wat langer het leven in een klooster. Anderen steken op een vaste tijd in de eigen kamer kaarsen aan, knielen, bidden, lezen geestelijke stof, mediteren, bidden. De een zegt: zo hervind ik mezelf weer. De ander zegt: zo hervind ik God. Niet voor niets worden de boeken van Henry Nouwen en Anselm Grün veel gelezen. Ik denk dat Jezus deze spiritualiteit ook bedoelt. Zijn in de dingen van de Vader. Opgaan in de intieme geestelijke band met de Vader. Helemaal doen wat de Vader wil. Dat is een innerlijke drang bij Hem, een heilig moeten. Kennen wij dat ook? Zoeken wij ook zo iets? Echt dagelijks een geestelijke, spirituele band met God?
En durven we daar bewust voor te kiezen? Dat deed Jezus ook. Als joodse jongens twaalf jaar zijn, worden ze ‘bar mitswah’, zoon der wet. Dan krijgen ze na een uitgebreide leerperiode bij de joodse rabbijn een eigen zelfstandigheid tegenover God. Dan zijn niet meer hun ouders, maar zij zelf verantwoordelijk voor wat ze met Gods wetten doen, ze gehoorzamen of overtreden, en wat ze doen met wat God belooft, erop vertrouwen of niet. Jezus beseft dat en laat dat blijken met het woordje ‘ik’. In het Grieks is dat het laatste woord van wat hij zijn moeder antwoordt. Het krijgt zo nadruk. Wist u niet, dat ík bezig moet zijn met de dingen van mijn Vader? Het is zijn persoonlijke keus, het devies van zijn leven, het doel en de zin van zijn leven.
Leven we maar voor de vuist weg? Wórden we meer geleefd dan dat we zélf bewust leven met de heldere keuzes die daarbij horen? Ervoor kiezen om je leven in eigen hand te nemen en er een duidelijke zin en doel aan te geven, is van levensbelang. Ben je twaalf jaar, dan ben je er niet te jong voor. Ben je twee en tachtig jaar dan ben je er niet te oud voor. De meest gúnstige leeftijdsfase nú, waarin ons hart er extra voor open staat, om belangrijke beslissingen te nemen, zoals de keuze van levenspartner, van beroep, zit zo tussen de 15 en 20 jaar. Maar het gaat er om dat we eens of meer dan eens zulke belangrijke keuzes durven maken en dat daar ook de keuze bij hoort om bezig te zijn met de dingen van het christelijk geloof. Het bij ons ook een heilig moeten wordt om daaruit te leven. Omdat Gods Geest ons tot deze beslissing in ons hart heeft geleid, gestuurd, gedreven.
Wist u niet dat ik bezig móet zijn. Bij Jezus is het een heel bijzonder 'moeten' . Dat komt omdat Hij Gods Zoon is en onze Verlosser. Maar dit 'moeten', deze innerlijke drang, herkennen de kinderen van God ook bij zichzelf. Ze zijn niks beter dan een ander. Ze willen ook best bezig zijn met de dingen waar jan en alleman mee bezig is. Met het tv-programma dat miljoenen aan de beeldbuis kluistert. Met het wereldkampioenschap voetbal of de Olympische spelen. Met goed geld verdienen. Met de gevierde bink, de aantrekkelijke stoot wezen. En toch wordt een ander 'moeten' sterker. Het 'moeten' van de Heilige Geest in hun hart. Have a break. Want ik móet bezig zijn met mijn fouten en gebreken, en met de vergeving ervan, met Gods liefde voor mij. Ik moet bezig zijn met Gods doel met mijn leven. Herken je dit moeten, dit gedreven worden door de Heilige Geest?
Zalig wie zo bezig zijn met de dingen van de Vader in de hemel.
Al gebiedt de eerlijkheid te zeggen dat het soms wel tot een botsing van plichten leidt. Dat zien we ook bij Jezus. Zijn drang van binnen om bezig te zijn met de dingen van zijn hémelse Vader komt in conflict met zijn plicht om zijn áárdse ouders te gehoorzamen. Ik zeg het nog te simpel. Want het gaat niet om plichten alleen, maar om líefde. Wat moeten kinderen op dit gebied soms meemaken als hun ouders gescheiden zijn en die om hun kinderen véchten. De liefde voor vader botst met die voor moeder en omgekeerd. Daar is het een beetje mee te vergelijken. Zo is onze tekst het antwoord van Jezus op de verwijtende vraag van Maria: Kind, waarom heb je ons dit aangedaan? Waarom heb je ons zo ongerust gemaakt? Maar we lezen ook verderop: Hij ging met hen terug naar Nazareth en was hun onderdanig. Het is steeds weer de juiste weg zoeken in de botsing van verantwoordelijkheden. Heb God lief. Heb je naaste lief. Soms is het één gebod, vallen ze samen. Maar soms zijn in deze gebroken wereld die twee geboden, die twee liefdes met elkaar in strijd en moeten we kiezen. Moet je kiezen tussen je vriend of vriendin die blijvend niks van de kerk wil weten, én je geloof. Moet je kiezen tussen je werk waarin je taken krijgt, die niet deugen, en je geloof. Geloven heeft soms ingrijpende gevolgen en vraagt ingrijpende keuzes bij botsing van plichten en liefdes. Geloven geeft zo soms ook een stukje lijden.
Je stuit daarbij soms ook op onbegrip. En zij begrepen het woord niet, dat Hij tot hen sprak. Dat maakt je eenzaam. Doet je pijn. Als de mensen, die jij lief hebt en die jou liefhebben, je niet kunnen volgen, je niet begrijpen in je diepste gevoelens. Als het leven van jou en anderen zich op verschillende golflengtes afspeelt. Het leven van jou en je ouders, je kinderen, je broers en zussen, je collega’s, je baas, je buren. Ook dat stukje lijden hoort soms bij geloven.
Maar het is belangrijk om toch bezig te blijven met de dingen van God. Constant en consequent. Alleen dat is het echte leven. En Jezus heeft ons dat vóór gedaan. Jezus leert, inspireert, bemoedigt ons om in de dingen van de Vader in de hemel te zijn. En daar prioriteit aan te geven. Hij doet dat al als Hij twaalf jaar is en in heel zijn verdere leven. Hij leeft ons de diepste bedoelingen van Gods wet voor. Hij leeft ons vóór wat bidden is, vertrouwen, overgave, wat liefde is, barmhartigheid, maar ook wat eerlijkheid is en rechtvaardigheid. Met alle gevolgen van dien.
Want eigenlijk hangt over onze geschiedenis al de schaduw van het kruis. Zijn zíjn in de dingen van de Vader leidt tot steeds heviger conflicten met de leraren, met wie Hij als twaalfjarige in de tempel aan het discussiëren is. De schriftgeleerden. Ze zijn wel beroepsmatig bezig zijn met de dingen van God, maar ze zitten niet ín de dingen van God, ze zitten alleen in de dingen van zichzelf. Want ze zijn zó vol van hun eigen strenge uitleg van Gods Woord, dat ze een meer begripvolle en liefdevolle uitleg, bijvoorbeeld die van Jezus, verwerpen. Ze staan zó klaar met hun eigen oordeel over mensen die het er niet zo goed afbrengen, dat ze iemand, die liefde tot de verschoppelingen laat zien, zoals Jezus, verwerpen. Ze zijn zó vol van hun eigen geestelijke macht over het volk, dat ze anderen, naar wie het volk ook aandachtig luistert, zoals Jezus, verwerpen. Ze zijn zó trots op hun eigen uiterlijk vrome leven, dat ze iemand die daar kritiek op durft te hebben, zoals Jezus, verwerpen. Jezus wordt daarom gelasterd, gevangen genomen, en gedood. En toch blijft Hij tot het laatste toe in de dingen van zijn Vader. Hij wijkt niet van zijn gekozen levenspad af. Hij zegt zelfs aan het kruis nog ´Vader´, vol liefde tot de medemens en overgave aan God. Vader, vergeef het hun, want ze weten niet wat ze doen. Vader, in uw handen beveel ik mijn geest.
En dat is voor de Vader reden om Hem op te wekken in een nieuw leven vol glorie en Hem een plaats aan zijn rechterhand op de hemelse troon te geven. Daar mag de Zoon voor eeuwig op een bijzondere manier in de dingen van zijn Vader zijn.
Wij zijn zo vaak níet in de dingen van God de Vader. Wíllen het soms niet eens. Willen ons eigen leven leiden. En als we het willen, merken we steeds hoe we falen. Maar gelukkig doet Jezus het ons niet alleen vóór, inspirerend en bemoedigend. Hij doet het ook voor óns. Zonder te falen. Tot het einde toe. Onze plaats innemend. Zo kan en wil God om Jezus' wil ons al ons tekort vergeven. En ons door zijn Geest ook zo veranderen dat ook wij meer en meer bezig zijn in de dingen van Hem.
Vader, wij danken u, dat u in Jezus helemaal in de dingen van ons mensen was, vol liefde, trouw, troost, vergevingsgezindheid, en daarom kiezen wij ervoor, al is het met vallen en opstaan, om voortaan te zijn in de dingen van U. Wilt u ons daarbij helpen? Amen.
Rapporteer
My comments