De website van Arie Tromp

themapreken over de liturgie

Schriftlezing

Lukas 4:14-21; Lukas 24:25-32; 2 Timotheüs 3:14-17

Het laatst gehouden op 16 mei 2004 te Hattem

Gemeente des Heren,

Weet u, wat in de kerk zo’n mooie symbolische betekenis heeft? Deze open kanselbijbel. Nee, de dominees lezen er meestal niet meer uit. Daar gebruiken ze bijbels voor, die kleiner en hanteerbaarder zijn, ook met duidelijker letters, niet die oude gotische, en vaak met een nieuwere vertaling. En toch wil deze kanselbijbel zeggen: hier wordt steeds uit Gods Woord, uit de Heilige Schríft, gelezen.

Wanneer in een protestantse kerk een nieuw kerkgebouw in gebruik wordt genomen, draagt aan het begin van de eerste dienst een ouderling plechtig de kanselbijbel naar binnen, legt die op zijn plaats en slaat die open. En wanneer een kerkgebouw wordt afgestoten door een gemeente neemt een ouderling aan het eind van de laatste dienst de kanselbijbel op, slaat die dicht en neemt die mee. Die open kanselbijbel is teken, symbool, van de hele eredienst, de hele samenkomst van God en zijn volk op aarde.

Want de Schriftlezing is het hart en het hoogtepunt van een kerkdienst. Het meest plechtige moment in een kerkdienst. Het is de bron, waaruit alles stroomt in een dienst. Het is de zon, die alles belicht in een dienst. Het mag daarom ook best plechtig worden aangekondigd: wij openen de Heilige Schrift. Het mag daarom ook best plechtig afgesloten worden: zalig die het woord van God horen en bewaren. Amen.

Ook in de joodse synagoge werd op de sabbat Gods Woord al gelezen, dan uiteraard alleen nog het oude testament. Men noemde het wel: de lezing van wet en profeten. Of de lezing van Mozes, die volgens de overlevering de vijf eerste boeken van de bijbel schreef. Iedereen kon voor die Schriftlezing worden uitgenodigd. Op een gegeven moment komt Jezus in Nazareth, waar men hem natuurlijk kent, omdat hij er is opgegroeid. Hij gaat volgens zijn gewoonte op de sabbat naar de synagoge. En daar vragen ze hem om de Schriftlezing te verzorgen.

In het bijbelboek Handelingen lezen we, dat de apostelen, met name Paulus, naar de synagoge gaan en daar na de Schriftlezing, door anderen of hen zelf, het gelezen schriftgedeelte uitleggen en daarbij Jezus als de Zaligmaker verkondigen.

En zo is de Schriftlezing vanuit de joodse traditie in het christendom terecht gekomen. Om te beginnen de lezing uit het Oude Testament.

Later schrijft Paulus brieven naar gemeentes, waar hij heeft gewerkt, die hij meestal zelf heeft gesticht, maar die hij inmiddels verliet. En hij vraagt of die brieven in de gemeentes, waar ze aan geadresseerd zijn, worden voorgelezen, maar ook naar naburige gemeentes worden gebracht om ze daar eveneens voor te lezen.

Nog weer wat later komt het gebruik in zwang om ook uit een van de evangeliën te lezen, dat van Mattheüs, Marcus, Lucas en Johannes.

Langzamerhand ontstaat er een zekere orde en structuur in de Schriftlezingen, opgebouwd rond de christelijke feestdagen. Er komen vaste lezingen uit de bijbel voor elke zondag. En langzamerhand wordt de Schriftlezing ook toevertrouwd aan bijzondere mensen. Ouderlingen, diakenen, gemeenteleden die tot voorlezer worden opgeleid. Zo ontstaat de gewoonte, dat de voorlezer en de gemeente elkaar groeten. De voorlezer zegt: de Heer zij met u. En de gemeente antwoordt: en met uwe geest. In veel gemeentes kent men dit oude gebruik weer.

In de Middeleeuwen wordt in de rooms-katholieke kerk het hart van de kerkdienst meer en meer de viering van het Heilig Avondmaal, de mis. De verkondiging van het evangelie mag daar dan onder lijden, maar de Schriftlezing niet. Díe blijft bijzonder. Om dat te laten zien en zelfs te laten ruiken, wordt vlak voor de Schriftlezingen een kaars aangestoken en wierook gebrand.

De hervorming van Luther en Calvijn zorgt er voor dat de Schrift, dus de bijbel, Gods Woord, echt weer hart en bron van geloven en gemeente-zijn wordt. De leus is dan: sola Scriptura, de Schrift alleen. Vandaar dat dan niet het altaar, de avondmaalstafel, centraal staat, en de kansel ergens aan de zijkant, maar alle stoelen in de richting van de preekstoel worden gezet. Maar de leus is dan ook: tota Scriptura. De hele Schrift. Daarom zien de hervormers af van de leesroosters, waardoor bijna elk jaar weer dezelfde stukjes van de bijbel aan de orde komen, en andere gedeeltes nooit worden gelezen en gehoord, maar hebben ze een voorkeur voor de lectio continua. Wat wil zeggen: Men leest continu door. Men leest in de kerkdienst het vervolg van wat in de zondag ervoor gelezen is en dat wordt in de preek ook uitgelegd.

Meestal leest de dominee zelf de Schrift niet. Dat doet een speciaal daarvoor aangestelde voorlezer. Vaak de schoolmeester van het dorp. Die tegelijk voorzanger is. Soms worden er studenten in de theologie voor gevraagd. De gemeente leert hen zo kennen en zelf leren ze voor publiek op te treden en hun stem goed te gebruiken. Maar later lezen de predikanten zelf één of meer stukjes uit de bijbel.

Soms zit daar geen vaste liturgische structuur in. Soms wel. Bij twee lezingen is gewoonlijk de eerste uit het oude en de tweede uit het nieuwe testament. Bij drie lezingen is de eerste uit het oude testament, de tweede uit de brieven van het nieuwe testament, de epistellezing, en de derde uit een van de evangeliën van het nieuwe testament. Bij de laatste lezing gaat de gemeente dan staan. Want dat is het hoogtepunt van de Schriftlezingen. Dan spreekt de Jezus zelf.

En zo komen we bij de geestelijke betekenis en waarde van de Schriftlezing in elke kerkdienst.

Waarom lezen we in de kerk uit de bijbel. Antwoord één. Omdat de bijbel het woord van God is. Wij slaan immers geen willekeurig boek open in de kerk. Geen gewoon boek. We lezen uit de Heilige Schrift. Uit dat heel bijzondere, unieke, heilige boek, waarin Gods woorden en daden worden beschreven. Het boek, waarmee God zich aan ons mensen bekend heeft gemaakt, aan ons heeft voorgesteld. Wat deftig uitgedrukt: het is het boek van Gods openbaring. Daarom zeggen we ook wel: we lezen uit Gods Woord. Het zijn zes en zestig boeken. Ze stammen uit verschillende tijden. Ze zijn door verschillende schrijvers geschreven. Ze zijn van een verschillend literair genre: je hebt er een liederenbundel in, een verzameling spreuken, verslagen van historische gebeurtenissen, opgeschreven woorden van profeten, brieven aan mensen en gemeentes, beschrijvingen van dromen en visioenen. Maar men heeft er vroeger de boodschap van God in mogen horen. Men heeft daarom ook geloofd, dat de schrijvers in hun denken en optekenen door Gods Geest zijn geleid en geïnspireerd. Men heeft daarom deze boeken een heel aparte plaats gegeven. Als de bron van Gods heil en liefde. Als de bron van ons geloven in God. En dat is in de loop der eeuwen bij elke nieuwe generatie weer waar gebleken. Zo staat er ook in de Nederlandse Geloofsbelijdenis: wij belijden dat dit Woord van God niet is voortgekomen uit de wil van een mens, maar dat mensen, door de Heilige Geest gedreven, van Godswege gesproken hebben. Daarna heeft God in zijn bijzondere zorg voor ons en ons heil aan zijn knechten, de profeten en apostelen, geboden zijn geopenbaarde Woord op schrift te stellen. Hierom noemen wij zulke geschriften heilige en goddelijke schriften.

Wanneer de stem van een mens klinkt, die uit de bijbel voorleest, horen we tegelijk in wat gelezen wordt de stem van God, die ons toespreekt, ons aanspreekt. De bijbel is Gods brief tot ons. Gods teken van leven. De bijbel is Gods liefdesbrief tot ons. In de bijbel horen we van Gods trouw tot ons, zijn genade voor ons zondaren. Wat een wonder! U hoort het er toch ook in?

En nu kunnen we vast wel bijna allemaal lezen en hebben we ook vast wel bijna allemaal één of meer bijbeltjes of bijbels in huis. Maar denk je nu eens in hoe het vroeger was. Met name vóór de uitvinding van de boekdrukkunst. De enige manier om met de Heilige Schrift kennis te maken, was als er gedeeltes uit werden gelezen in de kerk. Geen wonder dat dat toen een heel plechtig ogenblik was. Het hoogtepunt van de kerkdienst. Het luisteren naar de sprekende God zelf. Heerlijk, we mogen met God in gesprek zijn, on speaking terms zijn, we mogen met God communiceren in elke kerkdienst. Wij spreken tot Hem in ons gebed en ons lied, maar vooral: Hij spreekt tot ons als uit de bijbel wordt gelezen. Zalig, wie het woord van God horen en bewaren.

Waarom lezen we in de kerk uit de bijbel? Antwoord twee. Omdat we zo de Here Jezus leren kennen. Onze Verlosser. Niet alleen gaat het in grote delen van de bijbel direct over Jezus, lezen we over wat Hij deed en zei en onderging. Maar ook waar het niet direct over Hem gaat, wijst het toch wel naar Hem toe, is het op Hem gericht, wordt het door Hem waar gemaakt, komt het bij Hem uit, wordt het bij Hem vervuld, zoals de bijbel het meestal zegt. Als Hij zelf in de synagoge van Nazareth een gedeelte uit Jesaja heeft gelezen over een door Gods Geest gezalfde knecht, die gevangenen loslating verkondigt en blinden het gezicht en verbrokenen heen zendt in vrijheid, zegt Hij daarna, naar zichzelf verwijzend: Heden is dit schriftwoord voor uw oren vervuld. Als de kamerling uit Morenland uit datzelfde bijbelboek leest over iemand die als een schaap ter slachting werd geleid, legt Filippus het hem uit. En uitgaande van dit schriftwoord predikte hij hem Jezus. Jezus zei eens tegen de joodse schriftgeleerden: gij onderzoekt de Schriften, want gij meent daarin eeuwig leven te hebben, en deze zijn het, die van Mij getuigen. In Handelingen staat ergens dat Apollos onvermoeid uit de Schriften bewees, dat Jezus de Christus is. Uit de bijbel lezen is over Jezus lezen, over Jezus geïnformeerd worden, nieuws over Jezus krijgen, weer meer van Jezus te weten komen, Hem weer beter leren kennen in zijn liefde, trouw, ontferming. In zijn hulp en troost. In zijn genade, zijn vergeving van onze zonden. In de bijbel lezen we één grote indrukwekkende profielschets van Jezus. In de bijbel lezen we de hele biografie van Jezus, en meer dan dat, want we lezen er ook over zijn goddelijke afkomst vóór zijn geboorte en over zijn opstanding en heerlijk leven en werken na zijn sterven. Wat een wonder. Zalig wie het woord van God horen en bewaren, want ze horen van Jezus. Geweldig. Dat vindt u toch ook?

Waarom lezen we in de kerk uit de bijbel? Antwoord drie. Omdat we ons op die manier openstellen voor de Heilige Geest van God. Als je bruin wil worden, moet je niet in de kelder kruipen, maar een plekje in de zon opzoeken en daar zo bloot mogelijk gaan zitten om haar stralen op je huid te laten inwerken. Als je schoon wil worden, moet je bloot onder de douche gaan staan. En als je graag wil, dat Gods Heilige Geest in jouw geest, in jouw hart komt wonen en op jou in wil werken om jou het geloof te geven dat God je schoon maakt van binnen, je de zonden vergeeft, je genadig is, van je houdt, voor je zorgt, dat God je zo nodig troost en kracht geeft, dat God je blij en gelukkig maakt, dat God je liefde geeft voor Hem en anderen, dan moet je niet de ‘story’ of ‘privé’ lezen, niet de 'telegraaf’, niet een romannetje uit de boeketreeks, ook niet Harry Mulisch of Connie Palmen, ook niet de Koran, maar de bijbel. Zo open mogelijk, zo belangstellend, nieuwsgierig en leergierig mogelijk. Zoals de zonnestralen van de zon komen, zoals de waterstralen uit de douchekop komen, zoals de verborgen röntgenstralen uit het röntgenapparaat komen, zo komen om zo te zeggen de geestelijke röntgenstralen van Gods Geest, die in ons hart weten door te dringen, uit de bijbel. Maar Paulus was onderweg naar Damascus, toen de Here hem daar zo wonderlijk bekeerde, zijn hart zo diep raakte, toch de bijbel niet aan het lezen? Nee, maar hij had als schriftgeleerde al wel veel uit de bijbel gelezen. En de kamerling uit Morenland zat op zijn wagen toen hij tot geloof kwam, wel uit de bijbel te lezen. En Timotheüs kende van kindsbeen af de Heilige Schriften die wijs kunnen maken tot zaligheid door het geloof in Christus Jezus en mocht zo hetzelfde geloof hebben als zijn grootmoeder en moeder, die hem van kindsbeen af met de bijbel vertrouwd hadden gemaakt. En Augustinus kwam tot bekering, toen hij een kindje in de tuin van de buren hoorde zingen: tolle, lege, neem en lees, hij daarop de bijbel pakte en door het eerste het beste dat hij opsloeg en las, geraakt werd. En Luther kwam tot de ingrijpende verandering in zijn leven, die hem weer zicht gaf op Gods vrije genade en die tot de hervorming leidde, door nauwkeurig lezen en bestuderen van de bijbel. Gods Geest maakt van Gods Woord gebruik. Als die Geest op het Pinksterfeest is uitgestort en Petrus, gedreven voor die Geest, het woord neemt, citeert deze uitgebreid uit de bijbel, en citeren is toch niet anders dan uit het geheugen oplezen. Ik hoor het afgedwaalde mensen nog tegen me zeggen: God is toch zó machtig, dominee, dat Hij mij ook op zondag in het café of op het voetbalveld kan bekeren? Zeker, maar wil Hij dat? Hij is nergens aan gebonden, maar wij wel. Hij wil, dat we de gewone gangbare weg bewandelen, de middellijke weg, zei men vroeger, de weg van de gebruikelijke middelen. En dat is dat we op zondag naar de kerk gaan en daar uit de Schrift horen lezen. Zalig wie het woord van God horen en bewaren. Want ze zitten in het reddende krachtenveld van de Heilige Geest.

Waarom lezen we in de kerk de bijbel? Antwoord vier. Omdat de bijbel de basis is van de preek. Als je een stuk land met water wil bevloeien door middel van slootjes en greppeltjes, moet je wel een bron hebben, waaruit dat water komt. Als je een huis wil bouwen, moet je wel een goede fundering hebben, waarop je dat huis bouwt. En als je een preek wil houden, dan moet je een gedeelte van de bijbel hebben als basis, bron, fundering, uitgangspunt.

De preek is meestal het langste deel van de kerkdienst. Neemt de meeste tijd in beslag. Genoeg mensen die vinden dat die te veel tijd en aandacht vraagt. Soms terecht, als de dominee er van alles en nog wat bijsleept dat niets meer met de tekst te maken heeft, of in herhalingen valt om de tijd vol te maken. Maar soms is een preek ook te kort. Dan denkt de goede luisteraar: wanneer komt nu echt de tekst aan de orde, het hart van de tekst, de echte bedoeling van de tekst, waardoor we merken dat de tekst de líefdesbrief is van God en ook de profíelschets is van de Here Jezus, en ook de elektrische magneetkracht van de Heilige Geest om zich heen heeft, en dan wordt er ‘amen’ gezegd vóór het zover komt.

De Schriftlezing mag dan veel korter zijn dan de preek, niet de preek, maar de schriftlezing is het hart en hoogtepunt van een kerkdienst. Het meest plechtige moment in een kerkdienst. De preek is alleen maar uitleg en vertolking van de Schrift, met het oog op ons leven hier en nu. De preek dient en helpt de Schriftlezing. De preek maakt de Schriftlezing van betekenis en waarde. Een preek met – niet als heimelijke steun, dat moet - maar met puur als inhoud de zuivere gereformeerde leer en dogmatiek is geen preek. Een preek met – niet als aanleiding, dat kan – maar met puur als inhoud de waan van de dag, de koppen in het dagblad, is geen preek. Een preek met puur als inhoud de stokpaardjes van de dominee, is geen preek. Dus een preek die de Heilige Schrift niet als bron, basis, uitgangspunt heeft, is geen preek, is geen verkondiging van Gods Woord. Een preek heeft als inhoud een stukje uit de bijbel, dat gelezen is.

Jezus houdt een preek in de synagoge van Nazareth, maar het is wel uitleg van wat Hij net daarvóór uit de bijbel had gelezen. Petrus houdt een preek op het Pinksterfeest, maar het is wel uitleg van teksten die hij uit de bijbel had geciteerd. Filippus houdt zijn preek op de wagen van de kamerling uit Morenland, maar het is wel uitleg van wat die kamerling net uit de boekrol van Jesaja had gelezen.

Veelzeggend in dit verband is wat Paulus aan zijn leerling Timotheüs schrijft. In afwachting van mijn komst moet je je in de gemeente, waar je werkt, toeleggen op het voorlezen, het vermanen en het leren.

Je moet dus vermanen. Dat wil zeggen: een appèl op de mensen doen, ze aanspreken. In het Grieks staat een woord, dat doet denken aan: erbij roepen, erbij halen, erbij betrekken. Dat kan zowel negatief ‘vermanen’ als positief ‘vertroosten’ betekenen. Het is ook een woord dat aan de Heilige Geest doet denken, die de Parakleet, de Trooster, genoemd wordt, de advocaat, degene die erbij wordt geroepen, gehaald, betrokken, om te waarschuwen en te ondersteunen, te vermanen en te vertroosten.

Je moet dus ook leren. De dingen uitleggen, achtergrondinformatie geven. Zó, dat de mensen het begrijpen, er mee instemmen en volgelingen van de Here Jezus worden.

Maar het voorlezen gaat voorop. Want het vermanen, ook het vertroosten dus, en het leren gaat uit van de Schrift. Van wat daaruit is voorgelezen.

Waarom lezen we in de kerk uit de bijbel? Antwoord vijf. Omdat dat wat we in de bijbel lezen en uit de bijbel horen lezen, ons doet geloven en ons geloof doet groeien. Paulus bedoelt dat wanneer hij schrijft: zo is dan het geloof uit het horen en het horen door het woord van Christus.

Als de Heilige Geest is uitgestort op het Pinksterfeest en Petrus het woord neemt, citeert deze uit de bijbel, legt hij de geciteerde bijbelgedeeltes uit, preekt hij om zo te zeggen daarover, en dan gaan mensen geloven. Toen zij dit hoorden, werden zij diep in hun hart getroffen. En ze kwamen tot het geloof, zo staat er. Ze lieten zich dopen en vormden de eerste christelijke gemeente.

Als Filippus aan de kamerling het uit de bijbel gelezen stukje uitlegt, komt deze tot geloof, belijdt hij zijn geloof, laat hij zich dopen en gaat hij verder zijn weg met blijdschap.

En Paulus schrijft als bemoediging aan zijn leerling en vriend Timotheüs: elk schriftwoord is nuttig om te onderrichten, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de gerechtigheid, opdat de mens Gods volkomen zij, tot alle goed werk volkomen toegerust. Dus: alles wat we in de bijbel lezen wekt ons op om te geloven. En als we zo zijn gaan geloven, geloven we in alles wat we in de bijbel lezen. Meer en meer. Vaster en vaster.

Is dat ook uw en jouw ervaring? Een plant groeit dank zij de grond waarin de wortels zitten. Ons geloof groeit dank zij de bijbel, wat we daarin lezen, horen lezen en uitleggen. Als een werk van de al besproken Heilige Geest. Want de antwoorden op de vraag: waarom lezen we in de kerk uit de bijbel, hangen heel nauw samen. Zalig wie het woord van God horen en bewaren. Want zo ontvangen ze het zaligmakend geloof.

Ja, waarom lezen we in de kerk uit de bijbel? Antwoord zes. Omdat een nieuwe start, een vernieuwing en hervorming van Gods volk en van Gods kerk, daar ook altijd mee begon.

Ik denk aan de hervorming onder koning Josia van Juda. Bij de restauratie van de tempel vond men een oud wetboek. Ook wel genoemd: het boek van het verbond. Hoogst waarschijnlijk gaat het om de eerste vijf bijbelboeken, aan Mozes toegeschreven. Het werd ten aanhoren van iedereen voorgelezen. En het leidde tot een nieuw dienen van de Here en vernietigen van de afgoden.

Ik denk aan de hervorming onder Nehemia, vlak na de ballingschap. De schriftgeleerde Ezra las het boek van de wet van Mozes voor aan het volk Israël. En het leidde tot boete, schuldbelijdenis, maar ook tot een geweldige feestelijke opleving van het geloof.

Ik denk aan de reformatie van Luther en Calvijn. Toen las het Europese volk toch ook weer zelf de bijbel, niet meer in het voor hen onbegrijpelijk Latijn, maar in de eigen taal. Of men liet zich die voorlezen. En het leidde tot een doorbraak en stroomversnelling, niet alleen in Gods kerk in Europa, maar in de hele Europese geschiedenis. Ook een reden om het christelijk geloof als bron en basis in de grondwet van de Europese Gemeenschap op te nemen.

Waarom lezen we in de kerk uit de bijbel? Ik gaf een paar antwoorden. Zes. Er zijn er nog wel meer te noemen. Maar ik hoop, dat ik zo de hoofdzaak aan u heb duidelijk gemaakt. Waardoor u het weet, voor anderen, maar ook voor u zelf: Zeker, zalig die het woord van God horen en het bewaren. Amen.

1000 Resterende tekens


Advertentie 1

 

Advertentie 2

Advertentie 3

 

Advertentie 4