Wil je eerst het gedeelte uit de bijbel lezen?
... en Hij leidde hen naar de haven van hun begeerte.
Persoonlijke verwijzingen in de preek zijn verwijderd
Gemeente des Heren, beste bruid en bruidegom,
Ik neem jullie in gedachten mee naar de marinekade in Den Helder. Het fregat de "Jacob van Heemskerk" staat op het punt zee te kiezen voor een maandenlange reis. Het gaat een vredestaak vervullen in de Adriatische Zee in het kader van de Verenigde Naties. Het zal velen van u, vooral ons bruidspaar, bekend in de oren klinken. En dan zie ik het zo voor me. Niet op grond van eigen ervaring, zoals jullie, maar van beelden op de tv. Het afscheid van je vriendin, verloofde, vrouw. Het afscheid van ouders, broers en zussen, vrienden. Met de omhelzingen, de tranen. De goede wensen. Het ga je goed. Behouden vaart. Behouden terugkomst. Zal je steeds bellen, schrijven? Zal je goed op jezelf passen?
Eigenlijk is er sprake van een wonderlijke mengeling van gevoelens aan zo'n zeekade. Aan de ene kant trekt de verre horizon. De verte lokt en het avontuur lonkt. Het heeft iets uitdagends. Hoe zal het daarginds zijn? Wat zal ik allemaal beleven? Je bent benieuwd, nieuwsgierig. Tegelijk besef je ook, dat het niet allemaal zonder gevaar is. Zeker, je hebt vertrouwen, dat het goed zal gaan. Je weet, dat ieder zijn vak goed verstaat en men geen onnodige risico's zal nemen. Maar toch, je weet nooit. Er kan overal van alles gebeuren.
En tenslotte laat je ook wat achter je. Mensen van wie je houdt. Een vertrouwde omgeving. Je ziet dat voor een tijdje niet. Straks als het schip het zeegat uitgaat, en je op het dek staat, worden de mensen op de kade steeds kleiner, kun je je geliefden niet meer onderscheiden, glijdt ook Nederland weg uit je gezichtsveld.
En eigenlijk beleven we op deze trouwdag van jullie ook zo iets met elkaar. Je stapt in het huwelijksbootje en je scheept je in voor een nieuwe toekomst. Samen met elkaar steek je van wal. Samen met elkaar kies je het ruime sop. Samen met elkaar zet je een bepaalde koers uit. En dat is aan de ene kant een enorme uitdaging. Een horizon, die lokt. Onbekende verten, waar je heen vaart. Een reis, waar je heel veel van verwacht. Het avontuur van het huwelijk met elkaar. Dat je samen met elkaar in zee wil gaan.
En tegelijk is daar ook het afscheid. Het afscheid van je jeugdjaren. Het afscheid van je leven in het ouderlijk huis. En van de goede en fijne dingen die je daar hebt meegemaakt. Niet, dat je er nooit meer zult komen, bij je ouders thuis. Maar je zult er toch anders komen. Er is toch een tijdperk afgesloten. En dat stemt tot enige weemoed. Je jonge leven is als een kade, waarop je niet meer staat, waarvan je bent afgestapt, het huwelijksbootje in, en die steeds verder weg wijkt, waarvan je steeds meer afstand gaat krijgen.
En nu hoop ik, dat jullie het gebeden hebben en jullie aanvraag van de huwelijksbevestiging en inzegening hier in de kerk daar al een uiting was, ja dat jullie het vooral vandaag bidden: Here God, wilt u met ons meereizen in ons huwelijk. Wilt u aan boord van ons huwelijksbootje stappen. En, varend over de levenszee, bij ons zijn als de grote Kapitein en Navigator. Dan mag je er ook op vertrouwen, dat Hij met jullie mee gaat. En dat Hij jullie doet, wat Hij voorheen ook anderen heeft gedaan en waarvan de tekst uit Psalm 107 vertelt: En Hij leidde hen naar de haven van hun begeerte.
Ja, dat is heel mooi en wonderlijk. De leiding van God in ons leven. Zijn besturing van alle dingen. Zijn voorzienigheid, zoals we dat in de kerk heel deftig noemen. Wat heeft Hij allemaal al niet geleid in jullie leven tot nu toe. Hij heeft jullie op deze wereld gezet. Hij heeft jullie een plaats gegeven in een gezin. Bij ouders, die jullie hebben verzorgd en opgevoed, van wie je zoveel ontvangen hebt. Hij heeft jullie gezondheid gegeven, krachten van lichaam en gaven van geest. Hij heeft het jullie gegeven, dat je een opleiding ontving, werk kreeg. Er zijn misschien ook al wel zware en moeilijke tijden in je jonge leven geweest, ook in jonge levens kan het soms al flink stormen, maar de Here hielp je er doorheen. Hij heeft vooral jullie aan elkaar gegeven. Hij heeft het geleid, dat jullie elkaar ontmoetten, liefde voor elkaar opvatten en dat die liefde gegroeid is, zó dat je vandaag het ja-woord tegen elkaar zegt. Een gebeurtenis, waar je misschien al een hele tijd naar verlangd hebt en die vandaag in vervulling mag gaan.
Zo bezien maakt God het vandaag al voor een stukje waar bij jullie: en Hij leidde hen naar de haven van hun begeerte. Maar je mag er bovenal op vertrouwen, dat Hij het in de toekomst nog veel meer waar zal maken. Dat Hij voor wonderen van redding zal zorgen, als je het van Hem verwacht. Want in psalm 107 wordt God ons vooral als de reddende God beschreven, wordt Hij als de reddende God bezongen en wordt aangespoord Hem om die reddingen te loven. We horen in deze psalm van de diepte van onze menselijke verlorenheid maar ook van de hoogte van Gods genadige verlossing.
Er worden vier groepen mensen als voorbeeld genoemd, die God wel mogen danken om zijn grote verlossende daden. Ten eerste mensen, die in de woestijn de weg zijn kwijt geraakt en daardoor van honger en dorst dreigen om te komen. Ze roepen tot de Here in hun benauwdheid en Hij doet hen weer een effen weg vinden naar een stad toe. En ze worden opgewekt: dat zij de Here loven om zijn goedertierenheid.
Het gaat ten tweede om mensen die door eigen schuld, door ongehoorzaamheid aan Gods Woord, in de gevangenis zijn terecht gekomen. Ze zitten in een donkere cel, aan ijzer vastgeklonken. Daar roepen ze tot de Here in hun benauwdheid. En Hij verlost hen, haalt hen op uit de duisternis en bevrijdt hen van hun boeien. Dat zij de Here loven om zijn goedertierenheid.
Het gaat ten derde om zieken. Ze kennen pijn. Het eten staat hun tegen, daar worden ze misselijk van. Ze zijn de poorten van de dood nabij. Dan roepen ze tot de Here in hun benauwdheid. En Hij geneest hen en doet hen aan het graf ontkomen. Dat ze de Here loven om zijn goedertierenheid.
En het gaat in de vierde plaats om mensen die met schepen de zee bevaren, die handel drijven op de grote wateren. En dan staat er van hen allereerst beschreven, dat ze de werken des Heren zien en zijn wonderen in de diepte. God wil met hen bezig zijn. Hij gaat hen straks ook redden door de storm te stillen en hen naar een veilige haven te leiden. Maar zij zijn ook met God bezig. Ze hebben oog voor zijn werken en zijn wonderen. In hun dagelijks werk op zee en bij het drijven van handel met de waar, die zij vervoeren met hun schepen, hebben ze het niet zó druk of ze denken toch ook nog aan God. Ze zien Hem temidden van alles bezig en aanwezig. Ze zien Hem bezig in zijn scheppingswerken en aanwezig in zijn scheppingswonderen. Ze hebben en houden er oog voor hoe alles om hen heen naar God verwijst, van God getuigt. Vooral de diepte van de zee met die heel aparte geheimzinnige wereld daarin.
En nu jullie in je huwelijksbootje van wal steken, de zee van het leven op met mekaar, ook van het actieve, werkende leven, het leven van de kost verdienen, want dat hoort er ook heel nuchter bij, nu hoop ik, dat jullie bij alles ook oog blijven houden voor de Here. Dat jullie niet blind voortvaren, door de drukte van deze tijd en door de godloze cultuur van deze tijd blind gemaakt voor de Here, maar dat jullie zijn werken en wonderen blijven zien. O God, hoe diep verwonderd ga ik uw volmaakte wijsheid na. Hoe schoon is alles wat Gij doet. Hoe kostelijk in overvloed. Gedachten, ongeëvenaard hebt Gij, o God, geopenbaard in al de werken van uw hand, gedachten talloos als het zand. Vergeet Hem niet. Denk aan zijn macht, zijn grootheid, zijn wijsheid. Maar natuurlijk vooral aan zijn verlossende daden, die Hij met name door de Here Jezus Christus heeft verricht, maar die Hij altijd door aan mensen heeft verricht, ook al aan het oude Israël, en die Hij nog wil verrichten, ook aan jullie.
Want wat gebeurt er met hen die met schepen de zee bevaren? Ze komen in een enorme storm terecht. Die de golven huizenhoog opzweept. Beurtelings rijzen ze ten hemel en zinken ze neer in de diepten. Ze waggelen over het schip als een dronken man. En kunnen zich niet staande houden. En in deze nood knijpen ze 'm als een ouwe dief. Ze worden er heel naar en angstig van. Hun ziel vergaat van ellende. Ze raken ook ten einde raad. Normaal zijn ze als ervaren zeelui niet voor één gat te vangen. Maar nu weten ze niet wat te doen. Al hun wijsheid wordt verslonden.
Nu wensen we jullie een heel gelukkig huwelijk toe. Een behouden vaart met elkaar. Op een kalme zee. En met de wind in de rug. We wensen jullie geen tegenwind toe en helemaal niet dat jullie huwelijksbootje in gevaarlijke stormen verzeild raakt. Maar het gaat niet altijd zo in het leven, zoals we het ons zelf en elkaar toewensen. We leven in een geschonden en gebroken wereld. Ook de gehuwden kan velerlei tegenspoed en leed overkomen, zegt het huwelijksformulier. Houd ook eerlijk en nuchter met die mogelijkheid rekening. En het wonderlijke is dat volgens onze psalm dat niet buiten God omgaat. Hij heeft er op een of andere manier de hand in. Het heeft op de een of andere manier met zijn leiding te maken. Hij leidde hen naar de haven van hun begeerte, ja maar wel door de storm heen. Hij sprak en deed een stormwind opsteken. Dus als er tegenwind en storm komt in je huwelijksleven, denk dan niet: God bestaat niet. Anders had Hij me hier wel voor gespaard. Of: God is maar zwak. Anders had Hij dit wel voor mij kunnen verhinderen. Maar denk ook niet: Als God in zijn almacht alles leidt en bestuurt en hier dus de hand in heeft, dan is het een boze God en is Hij tegen mij. Blijf geloven, dat je niet zonder Hem bent. Blijf geloven, dat Hij je wil redden en zalig wil maken. Blijf geloven, dat Hij er zijn wijze, heilzame bedoelingen mee heeft, die wij niet altijd kunnen begrijpen, als ons tegenslag overkomt.
Soms is er in ons leven ook wel eens een storm nodig om ons boompje van de dode takken te verlossen. Om ons te leren hoe klein en nietig, hoe afhankelijk we van ons zelf zijn. Om overmoed en valse gerustheid af te leren. Het idee dat we zonder God zouden kunnen. Om ons terug te leiden van onze verkeerde koersen en vaarwateren. Om ons weer te leren Hem in alles nodig te hebben. En roep dan tot Hem in je gebed. Roep om hulp en uitkomst.
Zoals ook de zeelieden deden. Toen riepen ze tot de Here in hun benauwdheid. Nood leert bidden is het spreekwoord. Maar nood leert toch niet altijd bidden. Nood leert ook wel eens vloeken. In de nood kan een mens ook opstandig en verbitterd worden. Als nood leert bidden, leert God ons in de nood bidden door zijn Heilige Geest. Gebruikt Hij de nood om ons tot Hem te leiden, tot Hem de toevlucht te doen nemen, tot Hem onze handen uit te steken.
En dan wil Hij ook redden. Toen riepen ze tot de Here in hun benauwdheid en Hij voerde hen uit hun angsten. Hij maakte de storm tot een zacht suizen, zodat de golven stil werden. Als God leidt, leidt Hij niet alleen nu en dan ons de stormen in, maar Hij leidt ons ook door de stormen heen. Hij redt ons eruit. Maakt alles weer rustig en stil. Vertrouw op Hem in je huwelijksleven. Vertrouw er op, dat Hij altijd weer voor machtige hulp, voor wonderlijke uitkomst kan zorgen. Vertrouw erop, dat het levensscheepje waarop je samen vaart, bij Hem in goede handen is. Dat Hij het niet zal laten stranden, op de klippen zal laten lopen. Dat Hij na stormen ook weer rustige vaarwateren aan ons wil schenken. En als dat gebeurt, vergeet dan vooral niet om de Here ervoor te danken. Onze psalm is juist zo'n opwekking om God te loven en danken vanwege zijn uitreddingen. Het refrein, dat in onze psalm steeds weer terugkeert, gaat daarover. Laat ons nu voor de Here zijn goedertierenheid toezingen en vereren. De God, die ons bevrijdt.
En zo leidt de Here ons, dwars door alles heen. Dwars door tegenspoed en voorspoed heen. Waarheen? En Hij leidde hen naar de haven van hun begeerte. De veilige haven, waar ze vooral in de storm zo begerig, zo verlangend naar hadden uitgezien. Wat is voor jullie zo'n haven van begeerte? Is dat het huis, waar je in gaat wonen? Het huwelijk op zich? De zelfstandigheid? Is dat een redelijke welstand? Is dat de begeerte naar elkaar? 't Erotisch geladen verlangen naar elkaar? Ach, er zijn zoveel dingen, op zichzelf geen slechte dingen, waar je naar mag uitzien. Maar de echte haven, waarheen God ons leidt, de formidabele definitieve redding van Hem moet toch meer wezen dan wat aards genot en vreugde. Dat is toch de eeuwige geborgenheid, de eeuwige zaligheid, de eeuwige vreugde bij Hem door de Here Jezus Christus.
Aan elke zeereis komt een eind, al duurt die maanden. Eens vaar je de thuishaven weer in, als 't goed is. Zo komt aan onze reis door het leven samen met elkaar in het huwelijk ook een keer een eind. We hopen, dat het een lange en goede reis mag zijn met elkaar als man en vrouw. Maar we weten dat eens die reis ten einde is. Ach, mag die dan eindigen in de thuishaven van God in de hemel. En mag dat ook uiteindelijk de haven van jullie begeerte zijn. Eeuwig gelukkig te zijn bij de Here Jezus in zijn Koninkrijk.
Je begeerte, je verlangen mag best naar elkaar uitgaan. Je houdt immers van elkaar. En die liefde heeft God ook bij de schepping aan ons gegeven. Hij schiep ons als man en vrouw en Hij schiep de aantrekkingskracht tussen man en vrouw. Je begeerte mag ook best tot op zekere hoogte uitgaan naar een fijn leven hier en nu. Veel voorspoed en gezondheid. Maar ik hoop toch dat de Heilige Geest bovenal de begeerte, het verlangen naar God en zijn eeuwig geluk in jullie harten heeft gelegd en meer en meer versterkt. Dat je daarnaartoe je koers hebt uitgestippeld en het kompas daarop gericht is. Dat dat vooral de haven van jullie begeerte is. Dat je vooral daarom bidt om in die haven eens binnen te mogen varen en voorgoed voor anker te gaan. De haven van Gods Koninkrijk aan de kust der eeuwigheid. En dan zal Hij dat wis en waarachtig aan ons schenken. Daar zal Hij jullie dan dwars door alle stromingen, dwars door alle stormen heen, heenleiden. Scheep maar in met elkaar. Steek maar van wal met elkaar. Kies maar het ruime sop van de zee van het huwelijksleven. Met een vaste koers. De koers van het christelijk geloof. Goede vaart en behouden aankomst.
't Scheepke onder Jezus' hoede met de kruisvlag hoog in top, neemt als arke der verlossing allen die in nood zijn op. Al staat de zee ook hoog en hol en zweept de storm ons voort. Wij hebben 's Vaders Zoon aan boord en 't veilig strand voor oog.
En Hij leidde hen naar de haven van hun begeerte.
Amen.
Rapporteer
My comments