Wil je eerst het gedeelte uit de bijbel lezen?
Vraagt naar de HERE en zijn sterkte, zoekt zijn aangezicht bestendig.
Persoonlijke verwijzingen in de preek zijn verwijderd
Gemeente des Heren, beste bruid en bruidegom,
Vragen en zoeken. Dat zijn twee woorden in jullie trouwtekst, die ons vertellen, waar wij steeds mee bezig zijn. Want wij mensen zijn vooral vragende en zoekende schepsels.
Dat blijkt al vroeg in ons leven. Elke kleuter kent de waaromperiode. Dan wordt vader en moeder de oren van het hoofd gevraagd. Waarom is dit zo en waarom is dat zo? Men wil alles precies weten. Er is veel, wat het kleine begrip te boven gaat. Er is zelfs veel, waar we ook als volwassenen geen antwoord op weten. Maar ze vragen maar door. En in die leeftijd gaat men ook op onderzoek uit. Men zoekt naar nieuwe, onbekende dingen. Men probeert kastdeurtjes open te krijgen om te kijken wat daarachter verborgen zit. Men gaat buiten op ontdekkingsreis en de tuinpoortjes moeten worden dicht gehouden, anders wordt 't een heel gevaarlijk avontuur op straat. De kleuter is aan het vragen en zoeken.
En wat op die kleuterleeftijd al zo duidelijk te merken is, blijft in het bloed zitten. Ons leven lang. Steeds weer vragen we. We vragen naar de verklaring van raadsels, de oplossing van problemen, naar dingen die ons interesseren en waar we het fijne van willen weten. Steeds weer zoeken we. We zoeken naar vreugde en geluk. We zoeken naar nieuwe mogelijkheden en kansen. We zoeken naar ontspanning, naar voldoening. Als een mens niet meer vraagt en zoekt, is de pit eruit, is het levensvuur gedoofd. Het avontuur zit er bij ons ingebakken. We zijn nieuwsgierig, weetgierig, leergierig. We vragen en zoeken naar van alles en nog wat. En voortdurend komen we op nieuwe levensgebieden terecht. Die we als een soort ontdekkingsreiziger betreden en waarin we al vragend en zoekend op speurtocht gaan.
Ook de groei naar de volwassenheid is zo'n avontuur vol vragen en zoeken. Je wordt verliefd. Je krijgt verkering. De omgang met elkaar wordt een spannende ontdekkingsreis. Je vragen en zoeken is vol liefde op de ander gericht. Je gaat zo steeds meer van elkaar ontdekken. Elkaars goede en ook minder goede eigenschappen. Je leert elkaar steeds beter kennen. Elkaars mogelijkheden, elkaars moeilijkheden. Je groeit naar elkaar toe. En als het uitloopt op een huwelijk, zoals jullie dat vandaag mogen beleven, betekent dat niet, dat het avontuur zo'n beetje ten einde is. Allerminst. In een goed huwelijk blijft het spannend, blijf je steeds naar elkaar vragen en zoeken, blijf je ook steeds nieuwe dingen ontdekken, aan elkaar en met elkaar. Het is tenminste niet best, als je op elkaar uitgekeken raakt. Als je bij elkaar niets meer te zoeken hebt. Zo zijn er talloze voorbeelden te noemen, waaruit blijkt, dat het avontuur ons in het bloed zit en wij graag vragen en zoeken naar het nieuwe, vreemde, onbekende.
En nu worden wij vanmiddag aangespoord om zo ook bezig te zijn op godsdienstig gebied. Wij allemaal, maar vooral bruidegom en bruid. We worden opgewekt om het grote avontuur van het geloof te wagen, van het leven met God en met de Here Jezus. Vraagt naar de Here en zijn sterkte. Zoekt zijn aangezicht bestendig. We mogen, ja we moeten ook op dit gebied weetgierig en leergierig zijn. Weetgierig naar God. Leergierig naar wat Hij doet. We hebben op onderzoek uit te gaan in dat wonderlijke gebied van de onzichtbare wereld, waarin de Here leeft en werkt en van waaruit Hij de zichtbare wereld bestuurt.
Vraagt naar de Here. Zoekt zijn aangezicht. Dat is een ferme oproep, haast een bevel. Vreemd, dat zo'n dringende aansporing nodig is. 't Vragen en zoeken zit ons toch in 't bloed? Dan doen we toch graag en als vanzelf? Ja, maar het rare is, dat we juist op dit gebied van het geloof vanuit ons zelf niet zulke ijverige vragers en zoekers zijn. Dat zie je wel om je heen. Miljoenen mensen vragen en zoeken naar van alles van nog wat. Ze vragen naar geluk. Ze zoeken naar welvaart. Maar ze vragen en zoeken niet naar God.
Dat zien we, als we eerlijk zijn, ook in ons eigen hart. We kijken naar van alles met nieuwsgierige en begerige ogen, maar we vergeten vaak omhoog te kijken. Als Paulus in de Romeinenbrief de verloren toestand van de mensheid beschrijft, zegt hij ook: er is niemand die God zoekt. Het is onze zonde, dat we vanuit ons zelf niet naar de Here en zijn sterkte vragen en zijn aangezicht niet zoeken. Dat we vanuit ons zelf niet zoveel belangstelling voor God hebben. We vragen naar van alles, behalve naar God. We zoeken van alles, behalve Gods aangezicht. En als we het doen, doen we het vaak alleen als we in de rats zitten en op een wondertje van boven hopen om eruit te komen. We doen het in ieder geval niet bestendig. Constant. Eerder zoeken we op dit gebied het gevaar op. Net zoals kleine kinderen wel eens doen. In hun ontdekkingslust zitten ze in de kast, waar flessen gevaarlijke reinigingsmiddelen staan, die je beslist niet mag drinken of lopen ze een straat over met druk en snel verkeer. Zo is het ook op geestelijk terrein. Dat we wel vragen en zoeken. Maar we vragen naar dingen, die we beter niet kunnen weten en zoeken naar zaken, die gevaar opleveren. We vragen naar de zonde. We zoeken naar de zonde. En daarom, omdat het helaas zo met ons mensen gesteld is, kunnen we niet zonder die dringende oproep en aansporing: Vraagt naar de Here en zijn sterkte. Zoekt zijn aangezicht bestendig.
Het is een roep, die iets in ons veranderen wil. Die ons bekeren wil. Wat een zegen, dat die oproep nog klinkt en we niet aan ons lot worden overgelaten. Dat is een teken van Gods liefde tot ons.
De liefde moet van twee kanten komen. De een laat zijn liefde blijken en de ander reageert daar positief op. Je gaat beiden van elkaar houden. Zo is dat ook bij jullie gegaan. Anders zou je niet met elkaar trouwen. En zo is het ook tussen God en mens. Die liefde gaat van God uit. Hij is het, die al naar ons vroeg, voordat wij naar Hem vroegen. Hij is het, die ons opzocht, terwijl wij ons voor Hem verborgen. Hij riep het al in de hof van Eden direct na de eerste zonde: Adam, waar ben je? En Hij lokt wederliefde uit: Kom maar bij mij. Neem maar tot mij de toevlucht. Vraag maar naar mij. Zoek mij maar op. En als het goed is, leidt het ertoe, dat we daarnaar luisteren en Hem ook liefkrijgen, meer en meer. Zodat het inderdaad liefde van twee kanten is.
Deze God heet in onze tekst ook Here. Vraagt naar de Here. En dat is zijn verbondsnaam. Hij is de trouwe God, die eeuwig zijn verbond gedenkt. Jullie sluiten vandaag een verbond met elkaar. Een vast verbond. Voor het leven. Je belooft, dat je je vragend en zoekend op de ander richt. Dat die de eerste is in je leven. Maar de Here heeft al heel lang geleden een verbond met jullie gesloten. Toen je werd gedoopt. Hij heeft jullie al in het prille begin van het leven in zijn grote verbondstrouw opgezocht. En in het christelijke opvoeding van je ouders, op de scholen, waar je was, en in de kerken, waar je de diensten bijwoonde, klonk het steeds tot jullie: vraag naar mij. Zoek mij. En dat gaat door, ook nu je samen verder gaat. Beantwoordt dat maar positief. Samen met elkaar. Sluit vandaag samen als het ware een verbond met deze God en vraag voortaan samen naar Hem, zoek Hem samen.
De psalm, waaruit de tekst genomen is, staat twee keer in de bijbel. Ook in 1 Kronieken 16. Daar wordt verteld bij welke gelegenheid ze het eerst gezongen werd. Het was toen de ark van het verbond plechtig Jeruzalem werd binnengedragen en in een tent werd geplaatst. En die ark was het teken van Gods aanwezigheid op aarde. Men vierde een groot feest, want God wilde weer in hun midden wonen. Hij was hen weer genadig, vernieuwde zijn verbond. En daarom wordt de Here in onze psalm ook zo uitbundig geprezen. Looft de Here, roept Zijn Naam aan. Maakt onder de volken zijn daden bekend. Zingt Hem. Psalmzingt Hem. Spreekt van al zijn wonderen. Zo mag je er op vertrouwen, dat Hij ook in jullie woning intrek wil nemen. Dat Hij bij jullie wil komen met zijn zorg, zijn liefde en trouw.
Maar het spreekt niet vanzelf. Het is een genadig wonder. Zoals ook Israël de terugkeer van de ark als zo'n wonder zag en bij die gelegenheid aan alle wonderen terugdacht, die de Here aan zijn volk had gedaan. Gedenkt aan de wonderen, die Hij heeft gedaan. En dan somt onze psalm allerlei weldaden op, die de Here aan Zijn volk bewezen had.
Maar het spreekt ook nog in een ander opzicht niet vanzelf. We zullen steeds naar die Here moeten blijven vragen en Hem blijven zoeken, wil Hij bij ons blijven wonen. Juist dat heeft Israël op zo'n harde manier moeten leren. Men vroeg niet meer naar God, maar dacht het zelf allemaal wel te kunnen. Men zocht de Here niet meer, maar zocht het bij afgoden. En toen kwamen de oordelen van de Here en hielp het zelfs niet meer, dat men de ark in de strijd bracht, ja kwam die in hand van de Filistijnen terecht. Stel je voor, dat spoedig na je trouwen de een zich heel onverschillig tegenover de ander zou gaan gedragen. Dan zou de ander terecht verontwaardigd en boos worden. Zo is het ook met God. Hij wil jullie zijn zegen geven. Hij vertelt zo bij jullie te willen wonen in zijn grote liefde en trouw. Maar zijn liefde zal in toorn veranderen, als het ons onverschillig is, dat Hij dicht bij ons wil zijn, als we Hem loslaten. Gedenkt zijn wonderen, maar ook de oordelen van zijn mond. Houdt daarom niet op naar Hem te vragen en Hem te zoeken. Want waar dat ophoudt keert zijn liefde om in toorn en veranderen zijn wonderen in oordelen. Heel de geschiedenis van Israël is daar het bewijs van.
Vraagt naar den Here en zijn sterkte. We hopen dat jullie erg gelukkig zullen zijn samen, maar het zal er niet altijd even voorspoedig aan toegaan in je huwelijk. Aan geen enkel echtpaar gaan de zorgen en problemen voorbij in deze onvolmaakte wereld. En dan kunnen er momenten komen, dat we ons heel zwak voelen. Wat ben je zwak als je ziek bent. Zwak als het je tegenzit in de maatschappij, je werk. Wat voel je je zwak als een ander bepaalde eigenschappen of gewoontes heeft, die je verdriet doen, die de goede relatie onder druk zetten. Wat voel je je zwak, als de ander met problemen worstelt en je niet bij machte bent om echt te helpen. Wat voel je je zwak als je ziet hoe je zelf zoveel verkeerd doet. Vraag dan maar naar de Here en zijn sterkte. Hij kan jullie zijn kracht geven wanneer je zelf elke kracht mist. Hij kan jullie weer moed geven, wanneer je de moed in de schoenen zinkt. Met zijn sterkte kan Hij jullie beschermen en behoeden. Met zijn sterkte kan Hij jullie door alle stormen van het leven heen helpen. Vertrouw er op, dat bij de zegen en de handoplegging de sterkte van God naar jullie toe stroomt. Is jullie hart door vrees benard, vermoeid door 's levens strijd? Drukt twijfel je neer? Struikel je telkens weer? O, vat dan weer moed, want God is goed en steeds tot hulp bereid en er zijn geen grenzen aan Jezus' macht voor elk die wondren van hem verwacht. Ja, wie Hem aanraakt, ervaart zijn kracht. Vraagt naar den Heer en zijne sterkte, naar Hem, die al uw heil bewerkte.
En zoekt zijn aangezicht bestendig. Dat is nog persoonlijker dan vragen om zijn kracht. Als het bij het eerste blijft, bestaat het gevaar, dat je God alleen nodig hebt in moeilijkheden, dat je de sterkte van de Here alleen voor je zelf gebruiken wil, als een soort elektriciteit, een soort energie, wel van Hem, maar toch los van Hem verkrijgbaar. Maar zo ligt het niet. Dat is geen zuiver geloof. Zoals het ook geen zuivere liefde is, wanneer je alleen maar met elkaar trouwt, omdat de ander je helpen kan, in je levensonderhoud voorziet, je eten kookt, je huisje schoon houdt. Je trouwt omdat je echt van elkaar houdt en graag dicht bij elkaar wil zijn. Je zoekt telkens elkaars aangezicht, heel concreet en letterlijk. Tot en met de begroetingskus als je 's avonds van je werk thuis komt. Je kijkt naar elkaar, hopelijk het hele leven lang, met verliefde blikken. Je spreekt tot elkaar, luistert naar elkaar. Ik hoop, dat jullie zo ook Gods aangezicht zoeken, omdat je van liefde tot Hem vervuld bent.
En Gods aangezicht heeft een mond, waarmee Hij spreekt. Dat betekent dus, dat we naar Hem luisteren. Hoe? Door regelmatig de bijbel te lezen met elkaar. Door trouw naar de kerkdiensten te gaan om daar Gods Woord te horen. Zo wil de Here tot ons spreken. Gods aangezicht heeft ook oren. Hij wil naar ons luisteren. Zoek zijn aangezicht betekent dus ook: spreek veel tot Hem. Bid veel. Samen met elkaar en ieder afzonderlijk. Gods aangezicht heeft ook ogen, waarmee Hij naar ons ziet. Besef, dat in het huwelijksleven tot in de intiemste dingen de Here erbij betrokken is. Maar vertrouw ook, dat Hij alle zorgen en noden ziet. En zie ook zelf naar Hem op, kijk vol vertrouwen naar zijn barmhartige en liefdevolle ogen.
En weet je, als het gaat om Gods aangezicht, dan denken we als christenen vooral aan de Here Jezus. Door Hem heeft God zich aan ons geopenbaard, ons zijn gezicht laten zien, echt laten zien wie Hij is, hoe Hij er uitziet. Een God vol liefde, goedheid, vergevingsgezindheid, hulp. Leef dus vooral maar dicht bij de Here Jezus.
En dat voortdurend. Heel je leven. Bestendig. Zoek zijn aangezicht bestendig. Je belooft elkaar vandaag niet alleen liefde, maar ook trouw. Het huwelijk is bedoeld als een bestendige, vaste, relatie. Zo moet ook onze verhouding tot God bestendig zijn. Vast. In voorspoed heeft ons vragen naar Hem en ons zoeken van Hem even intensief te zijn als in tegenspoed. Ja, als het goed is, is het er elke dag. Dagelijkse omgang met elkaar, maar ook dagelijkse omgang met de Here. Dan zul je ook dagelijks, bestendig, altijd door, zijn zegen ontvangen. En dat wensen we jullie van harte toe. Amen.
Rapporteer
My comments